In haar boek ‘Menslievende zorg’ heeft Annelies van Heijst het regelmatig over ‘de zorgfabriek’. Daarmee bedoelt ze het ziekenhuis. En elke andere zorginstelling, die zichzelf organiseert als een fabriek, waar zorg geproduceerd wordt. Bij een fabriek denken we onmiddellijk aan gestroomlijnde processen, bijvoorbeeld in de vorm van een lopende band. Fabriceren betekent maken. In een ziekenhuis worden patiënten ‘behandeld’. Dus bewerkt of gerepareerd. Zoals je een grondstof ‘behandelt’. Of een auto.
Deze manier van denken heeft ons veel gebracht in de zorg: aanzienlijke efficiencywinst, minder wachttijden, hogere behandelkwaliteit, lagere kosten. En met meer ingenieursdenken in de vorm van lean management, six sigma, het inrichten van ‘focused factories’, et cetera, is er nog veel meer winst te boeken op deze terreinen. Management en curatieve geneeskunde staan hier niet tegenover elkaar, maar zijn doortrokken van dezelfde manier van denken. Management is een vorm van medewerkers ‘behandelen’. Er is geen enkele reden om hier laatdunkend over te doen. Beide disciplines, management en geneeskunde, hebben ons enorm veel gebracht, dat we niet graag kwijt zouden zijn. Tegelijkertijd is ook de onvrede in de samenleving over de schaduwzijden van beide manieren van met mensen omgaan enorm. En niet alleen bij degenen, die ‘behandeld’ worden, maar ook bij de ‘behandelaars’ zelf. Zowel wat de managers als wat de artsen betreft. Het zou goed zijn als die gedeelde onvrede vaker onderkend zou worden. Annelies van Heijst maakt, in navolging van Andries Baart, een onderscheid tussen ‘interventie’ en ‘presentie’. Een interventie is een vorm van behandeling: van iemand steunkousen aantrekken tot een hersenoperatie. Presentie wil daarentegen zeggen, dat je naast iemand gaat staan (of zitten), die worstelt met de levensvragen, die het ziek zijn en het geconfronteerd worden met de eigen kwetsbaarheid, machteloosheid, afhankelijkheid en eindigheid met zich mee brengen. Er zijn voor iemand: present zijn. Het gaat hier om wat Harry Kunneman ‘trage vragen’ noemt en het afdalen van de hoge gronden van de evidence based medicine naar de moerassen daaromheen, waar patiënten en hun naasten samen met professionals rondploeteren op zoek naar antwoorden, die niet in protocollen en richtlijnen gevat kunnen worden. De managementvariant daarvan betekent naast de professional staan in haar of zijn zoektocht in dat moeras. En de metafoor van de zoektocht wil hier niet impliceren, dat er ook een antwoord te vinden is. Deze blog is mede geïnspireerd door een essay in de vorm van een brief van een deelneemster aan de cursus Ethiek van Leven en Zorgen van de Academie voor Medisch Specialisten, die ik samen met Arjo Klamer begeleid, aan een inmiddels overleden patiënt van haar, geschreven na zijn dood. Zij zocht binnen de setting van de zorgfabriek, waar ze werkt, ruimte voor het ‘er zijn’ voor haar patiënt. Te midden van alle beperkingen, die die fabriek met zich mee brengt, heeft ze daar toch wegen in weten te vinden.
1 Comment
|