In ‘Spheres of Justice’ beschrijft Michael Walzer een stadje, dat eind 19de eeuw gebouwd werd door de Amerikaanse railwaytycoon George Pullman. Pullman Town, nu een pittoreske wijk van Chicago, werd gebouwd voor de spoorwegmedewerkers. De stad omvatte naast huizen ook kantoren, een winkelcentrum, scholen, speelterreinen, stallen, een markt, een kerk en dergelijke. De hele stad was eigendom van Pullman. Na een zeer heftige staking besloot het hooggerechtshof van Illinois, dat dit ‘strijdig was met de theorie en praktijk van onze instituties’. De Pullman Company werd gedwongen alles te verkopen.
Michael Walzer betoogt vervolgens, dat er geen principieel verschil is tussen particulier eigendom van een stad en het bezit van een groot bedrijf. Ook in een stad weet je waar je aan begint als je er komt wonen en kan je vertrekken als het je niet zint. Volgens Walzer geeft het bezit van aandelen in een bedrijf net zo min recht op zeggenschap over de medewerkers als het bezit van gemeentelijke obligaties recht geeft op zeggenschap over de burgers en hun stad. Ondernemerschap is, stelt hij, een groot goed, maar vanaf een zekere omvang van de onderneming dient het eigendom te worden overgedragen aan de medewerkers. Walzers betoogt in zijn hele boek, dat de samenleving zo moet worden ingericht, dat macht in de ene levenssfeer, bijvoorbeeld op basis van rijkdom, zo min mogelijk omgezet kan worden in macht in een andere sfeer, bijvoorbeeld door het kopen van beter onderwijs, betere zorg of meer politieke macht. Zeggenschap over anderen in een bedrijf is zijns inziens een vorm van politieke macht. De eigenaar bepaalt immers wat het doel is, waarvoor gewerkt moet worden. Over die doelen dient, vindt Walzer, democratisch te worden besloten. De weg daarheen mag bepaald worden door degenen, die daar het meeste kijk op (claimen te) hebben, zoals politici, bestuurders en managers. Of professionals met een tijdelijke bestuurlijke taak. Uiteraard is de werkelijkheid, dat ziet Walzer ook in, aanzienlijk genuanceerder en complexer dan hier beschreven. Maar het is wel het logisch doortrekken van een trend in de richting van steeds meer zelfsturing in organisaties. De consequenties zijn uiteraard verstrekkend. Er is nu veel aandacht voor het creëren van zelfsturende teams. Met organisaties als Buurtzorg Nederland of het Braziliaanse Semco als kampioenen daarvan. Maar de doelen, waarvoor die teams werken, worden uiteindelijk nog steeds bepaald door de betrokken bestuurders. Zouden die niet, net als politici, ook gekozen moeten worden? Evenals de managementlagen ertussen? Dan krijgen we niet alleen zelfsturende teams, maar ook zelfsturende organisaties.
0 Comments
|