In 2012 publiceerde Wouter Hart in samenwerking met Marius Buiting het boek ‘Verdraaide organisaties’. Inmiddels zijn er ruim 50.000 exemplaren van verkocht. Ze hebben inmiddels honderden lezingen gegeven over het boek, ze hebben een eigen website, er worden conferenties en cursussen georganiseerd, ‘best practices’ uitgewisseld en ‘best persons’ in het zonnetje gezet. Zoals ze zelf zeggen: het gaat nu van boek naar beweging. Je kunt dus wel stellen, dat hun boodschap aanslaat.
Het boek is een aanklacht tegen de overheersing van de leefwereld van professionals en degenen met wie en voor wie zij werken (patiënten, leerlingen, burgers, e.d.) door de systeemwereld van regels, procedures, checklists, controles, indicatoren, et cetera. En het is een pleidooi voor ‘het omdraaien van de pijl’ en een terugkeer naar de bedoeling: goede zorg, goed onderwijs, een goede samenleving, e.d. Met veel voorbeelden. Een boodschap, die de meeste professionals uit het hart is gegrepen. De boodschap slaat echter ook aan bij bestuurders en toezichthouders. Wat de zorg betreft: de vereniging van bestuurders in de zorg, de NVZD, heeft dit pleidooi opgenomen in haar visie op governance ('Rapport Governance in de zorg'). En de vereniging van toezichthouders in zorg en welzijn, de NVTZ, heeft een publicatie uitgebracht met mooie en soms spectaculaire voorbeelden van hoe het beter kan ('Tussen besturing en samenleving'). Er worden op sommige plekken mooie resultaten geboekt. De goede wil is aanwezig. Zet de beweging ook door? Het onderscheid tussen systeem- en leefwereld is afkomstig van Jürgen Habermas. In zijn hoofdwerk ‘De theorie van het communicatieve handelen’ betoogt hij, dat de leefwereld ‘gekoloniseerd’ wordt door de systeemwereld, bestaande uit de marktsamenleving en de bureaucratieën van grootschalige organisaties. Hij beschouwt leef- en systeemwereld als volledig gescheiden. Habermas wil een dam opwerpen tegen die kolonisering, maar beschouwt de systeemwereld ook als een ‘wereldhistorische noodzakelijkheid’. Dat is dus in feite een capitulatie voor de systeemwereld. Alasdair MacIntyre maakt in diens hoofdwerk ‘After Virtue’ een onderscheid tussen praxis en institutie. In de praxis staan volgens MacIntyre de waarden centraal, die inherent zijn aan het professionele handelen. De praxis is altijd ingebed in een institutie. Maar instituties verdelen status, macht en geld en zijn dus gericht op waarden, die extern zijn aan de praxis. Een goed functionerende institutie is dienend aan de praxis, die zij herbergt. MacIntyre is echter nog veel pessimistischer dan Habermas over de marktsamenleving en de macht van grootschalige bureaucratieën. De opvattingen van Hart en Buiting sluiten mijns inziens, ondanks dat ze dezelfde terminologie hanteren als Habermas, beter aan bij MacIntyre. Maar hun boodschap is aanzienlijk optimistischer. En verandering begint bij hoop, geloof en liefde, soms tegen ‘beter weten’ in.
0 Comments
|