In het ziekenhuis heerste een serene rust. Gemakkelijke fauteuils in nagenoeg lege wachtkamers. Een ziekenhuis met nog geen driehonderd bedden, maar zeer goed voorzien van peperdure, state of the art apparatuur. Iets verderop nog een ziekenhuis. Aftands gebouw. Bordje op de deur: wapens verboden. Gebrek aan alles. Honderden patiënten op lange houten banken dicht op elkaar, vele uren wachtend tot de overbezette artsen tijd voor hen hebben.
Plaats van handeling: Kaapstad. Het eerste ziekenhuis maakt deel uit van een van de ketens van commerciële, beursgenoteerde ziekenhuizen met hun basis in Zuid-Afrika, maar ook actief in een aantal andere landen. Onder meer in Europa. Het tweede ziekenhuis maakt deel uit van de publieke gezondheidszorg waar met een vijfde van het totaal beschikbare budget vier vijfde van de bevolking bediend wordt. Commercie versus publieke zorg. Tweedeling in optima forma. Waar de Zuid-Afrikaanse regering overigens vanaf wil. Er zijn een groot aantal van deze ziekenhuisketens in de wereld. Die zijn er ook op het terrein van de diagnostiek, verpleging en verzorging, GGZ, specialistische zorg en de eerste lijn. Ze zijn in handen van aandeelhouders. Hun management heeft het over de ‘health care business’. Ze verkopen zorg. In Nederland is hun aanwezigheid nog marginaal, maar die neemt wel toe. Niet alleen onder zorgaanbieders, ook onder zorgverzekeraars. Andersom zijn sommige Nederlandse ‘zorgbedrijven’ internationaal actief. Zoals Buurtzorg en Bergman Clinics. De vraag is waar dit eindigt. Is er straks een betrekkelijk kleine groep van multinationals die wereldwijd zorg verkoopt? Misschien zitten daar dan ook wel bedrijven bij zoals Apple of Amazon. Is dat dan een vloek of een zegen? Het verkopen van zorg is op zich niks nieuws. Vrijgevestigde zorgverleners (huisartsen, specialisten, tandartsen, apothekers, paramedici) doen dat al eeuwen. Dat kan spanning opleveren tussen medisch-inhoudelijke overwegingen en geld verdienen. Maar het is niet inherent slecht. De globalisering van de zorg zal wel doorzetten. Maar de beoordeling daarvan vereist nuancering. Schaalvergroting heeft voor- en nadelen. Mogelijk hebben professionals binnen zo’n keten niks meer te vertellen. Maar dat hoeft niet. Het hoeft ook niet per se samen te gaan met een eenzijdige focus op winstmaximalisatie. Bij Kaiser Permanente, een not-for-profit health maintenance organization in de V.S., werken meer dan 200.000 mensen. De discussie over het gedrag van de farmaceutische industrie maakt duidelijk dat het geen zin heeft om een moreel hek rond onze semipublieke gezondheidszorg te plaatsen. Ondernemerschap en eigenaarschap van organisaties zijn nastrevenswaardige waarden, ook binnen de zorg. Dat hoeft niet te ontaarden in het ombouwen van zorgverleners of zorgverzekeraars tot geldmachines. Het vereist wel een heel andere besturingsfilosofie. Daarin zou dienstbaarheid aan de samenleving centraal moeten staan. Evenals het besef dat men op allerlei manieren schatplichtig is aan die samenleving. Voor de private productie van goederen zijn immers altijd allerlei collectieve goederen nodig. Waar dat besef niet vanzelf doordringt, zoals bij Big Farma, moet dat afgedwongen worden. Maar daarvoor hoeft niet per se het idee van de markt als sturingsmechanisme te worden afgeschaft. Ook niet voor wat betreft de levering van zorg.
1 Comment
|