De abt liet de brandschone keuken van de abdij zien en vertelde, dat, sinds de abdij ook een bezinningscentrum exploiteert, ze ook moeten voldoen aan de HACCP-richtlijnen. Maar dat is in hun geval eigenlijk overbodig, want de ‘Regel voor monniken’ van Benedictus schrijft voor, dat ze God eren in alles wat ze doen, ook in de allerkleinste en nederigste handelingen. Zoals ze ook elke gast dienen te ontvangen alsof het Christus zelf is.
Alles in de abdij straalt wijding uit. De abdij is rond 1950 eigenhandig door de monniken gebouwd. Met grote straatkeien, omdat dat het enige was wat toen beschikbaar was. Uit de muren met hun grove metselwerk spreekt die wijding. Voor de monniken is het leven één grote oefenschool in dienstbaarheid aan iets, dat groter is dan zijzelf. Dat gaat niet vanzelf, maar vereist voortdurend slijpen aan het eigen karakter. Een abdij is in de eerste plaats een spirituele gemeenschap van gelijkgestemden, die zich gezamenlijk in dienst stellen van het zingen van de lofzang op God. Dat doen ze onder meer door zes keer per dag in de kapel bijeen te komen voor de eredienst. Maar een abdij is ook een economische eenheid en is dat door alle eeuwen heen ook altijd geweest. Er moet immers ook in het eigen levensonderhoud voorzien worden. De abt schetste dat dat soms ook dilemma’s op kan leveren. Bij openstelling van de inschrijving zijn de meditatieweekenden voor het hele jaar binnen drie dagen uitverkocht. Er is zoveel behoefte aan bezinning in de samenleving, dat de abdij haar centrum uit kan breiden. Meer bezoekers betekent meer inkomsten. De lofzang op God kan ook bezongen worden in de dienstbaarheid aan deze stiltezoekers. Maar de eigen ruimte voor inkeer moet ook beschermd worden. Desalniettemin is het zonneklaar wat voorrang krijgt als het erop aankomt. Het economische is altijd ondergeschikt aan het hogere doel. Hoe mooi zou het niet zijn als ook in de rest van onze samenleving het hogere doel voorop zou staan? Als de economie daadwerkelijk ondergeschikt zou zijn aan hogere idealen. Als we een gedeelde opvatting over het leven zouden kunnen hebben, waarin ego en eigenbelang een minder dominante rol zouden spelen. Als het dominante discours er één van dienstbaarheid zou kunnen zijn. Wil Derkse, die al vele jaren aan dit klooster verbonden is als oblaat, schreef er in 2003 een mooi boekje over: ‘Een levensregel voor beginners. Benedictijnse spiritualiteit voor het dagelijkse leven’. Inmiddels is dat al aan de dertigste druk toe.
0 Comments
Leave a Reply. |